Waarom je niet dagelijks op de weegschaal moet staan
Het lijkt zo simpel, even op de weegschaal stappen. Toch is het niet verstandig om dagelijks op de weegschaal te gaan staan. En waar komen die schommelingen toch vandaan? Dit zijn wat tips en trucs bij het wegen.
- Gebruik altijd dezelfde weegschaal. Iedere weegschaal is anders en iedere weegschaal heeft een afwijking.
Die weegschaal zet je op een harde en egale ondergrond. Zachte vloerbedekking werkt niet goed, een ruwe natuurstenen vloer ook niet. Een tegelvloer of parket is wél geschikt.
- Weeg jezelf altijd op het hetzelfde moment, bijvoorbeeld elke maandagochtend. Het beste moment is direct na het opstaan, als je net naar het toilet bent geweest.
- Weeg jezelf het liefst naakt. Het wisselende gewicht van kleding speelt dan geen rol.
- Stap rustig op de weegschaal en blijf stil staan, met je voeten volledig plat en symmetrisch. Buig niet door je knieën om je gewicht af te lezen, doe alleen je hoofd naar beneden.
- Weeg jezelf niet te vaak en zeker niet elke dag. Dat is echt niet nodig. Een gewicht schommelt van nature een beetje. De meeste mensen hebben een marge van ongeveer 1 tot 2 kilo. Die wisselingen komen voornamelijk door wisselingen in de hoeveelheid vocht in je lichaam. Als je een dag wat meer zout eet dan normaal, kun je meer vocht vasthouden en daardoor ben je de volgende dag zwaarder. Als je bijvoorbeeld in een restaurant hebt gegeten, heb je meer zout binnen gekregen. En je hebt waarschijnlijk ook meer gegeten. Dat extra vocht is na 1 of 2 dagen weer weg.
- Vlak voor de menstruatie kunnen vrouwen 1 tot 2 kilo zwaarder zijn dan normaal, ook omdat ze dan wat extra vocht vasthouden.
- Ook op warme dagen kun je wat meer vocht vasthouden, omdat de bloedvaten wat meer open gaan staan en zich wat meer vullen. Ook dan word je wat zwaarder. Het is (hoe gek het ook klinkt) dan juist goed om veel te drinken. Dan gaat het lichaam ook het extra vocht uitscheiden.
- Een onregelmatige stoelgang heeft ook invloed op je gewicht. Door verstopping kan er extra ‘vulling’ in de darmen zijn en dat weegt mee.
- Je gewicht zegt lang niet alles. Het gaat ook om de spiermassa en de verdeling van het gewicht over je lijf. Iemand die mooi gespierd is en weinig vetweefsel heeft, kan zwaarder zijn dan iemand met veel vetmassa. Spierweefsel moet je koesteren en kweken. Het is actief weefsel, dat je stofwisseling blijvend op een hoger peil brengt.
Spieren zorgen ook voor een mooier gevormd lichaam.
Behalve de weegschaal moet je dus ook regelmatig kritisch naar jezelf kijken in de spiegel. Een gespierd lijf ziet er veel strakker uit dan een lijf met veel vet.
Tot slot kun je de weegschaal en de spiegel uitbreiden met een meetlint. Want je middelomtrek is ook een goede maat of je gewicht op het juiste peil is. Als het lichaamsvet zich met name rond de buik zit, is dat minder gunstig dan als het vet zich rond de dijen en heupen bevindt. De middelomtrek meet je in het midden, tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen.
In het onderstaande schema kun je zien of je in de gevarenzone zit.
Oordeel
|
Mannen middelomtrek
|
Vrouwen middelomtrek
|
Ondergewicht
|
Omtrek kleiner dan 79 cm
|
Omtrek kleiner dan 68 cm
|
Gezond gewicht
|
Omtrek tussen 79 – 94 cm
|
Omtrek tussen 68 – 80 cm
|
Overgewicht
|
Omtrek tussen 94 – 102 cm
|
Omtrek tussen 80 – 88 cm
|
Obesitas
|
Omtrek groter dan 102 cm
|
Omtrek groter dan 88 cm
|
Overigens kun je je kleding gebruiken als maatstaf. Zit je kleding te strak? Dan is het tijd om maatregelen te nemen.